Laat leerlingen worstelen met woorden
Waarom AI het schrijfproces eerder schaadt dan baat brengt
Deze maand zijn er twee artikelen in Levende Talen Magazine gepubliceerd over AI in het schrijfonderwijs. In het eerste artikel zet Leonie Sliepenbeek een pilot uiteen waarin het gebruik van AI in verschillende fasen van het schrijfproces wordt toegepast. In het tweede artikel vertelt Barend Last over zijn ervaringen met het gebruik van AI in het schrijfproces. In het artikel stelt Last dat leraren en hun leerlingen AI geletterd moeten zijn en dat schrijven meer de klas in terug moet komen. Punten waar ik het helemaal mee eens ben. Echter, Last stelt ook "in plaats van slechts te kijken naar het eindproduct, dwingt de technologie ons om de aandacht te verleggen naar de weg ernaartoe, en de verschillende stappen die daarbij moeten worden genomen." In de keuze van dat pad, scheiden onze wegen.
Want natuurlijk moet je als talendocent constant kritisch kijken naar je leerdoelen en de weg ernaartoe. De maatschappij is continu in beweging en we moeten blijven monitoren of onze doelen nog steeds houdbaar zijn. Zo is op dit moment in het examenprogramma Engels over digitale geletterdheid alleen vastgelegd dat leerlingen een schrijfproduct op een digitale tekstverwerker moeten maken. Dit is natuurlijk in onze huidige digitale tijdperk te weinig. Eindterm 14 in het conceptexamenprogramma is een grote verbetering. Echter, wat niet het geval is, is dat de technologische ontwikkelingen ons dwingen AI te gebruiken in het schrijfonderwijs. Integendeel, ik denk dat schrijfonderwijs juist grotendeels wordt geschaad door het gebruik van AI, met in het bijzonder het brainstormproces.
Last geeft aan dat wanneer er bij hem tijdens de brainstom van een schrijfsessie sprake is van een mentale blokkade, hij AI inzet. Echter, dat is juist het moment om geen Generatieve AI te gebruiken. Je bent dan namelijk het meest kwetsbaar om gestuurd te worden. Je brainstorm is het meest persoonlijke moment in je schrijfproces. Hier probeer je je gedachten te vormen, te structureren, en te verwoorden. Het is een worsteling met jezelf en met de woorden en vraagt om geduld en zelf-discipline.
Schrijven is moeilijk. Het juist onder woorden brengen van je gedachten is een onderschatte vaardigheid. Je hebt een brede woordenschat nodig, kennis over je onderwerp, en weten hoe je dat helder en gestructureerd weergeeft. Wat bedoel je nu daadwerkelijk? Schrijven is topsport. Maar net als in topsport, zal je moeten trainen om jezelf naar een hoger niveau te tillen. AI de kilometers laten maken of je gewichten laten heffen, maakt van jou geen betere schrijver. Het maakt van jou een afhankelijke schrijver. Het is schrijven op cruise control.
Schrijven is denken. Last lijkt dat te beamen: "Schrijven is een essentiële vaardigheid om je geheugen te trainen, je gedachten te ordenen, en zo je denken te ontwikkelen." Maar wat betekent 'schrijven is denken' nu daadwerkelijk? Als schrijven meer om het proces dan om het eindproduct gaat, waarom laat je AI dan een deel van dat proces overnemen? De brainstorm is één van de belangrijkste momenten in het denkproces en stuurt het verdere denken en schrijven. De rest is namelijk vooral vormgeven en bijschaven. Ook als je een initieel idee hebt en dat verder laat uitwerken en structureren door AI, laat je jezelf sturen. Sommige ideeën zijn nu eenmaal te vaag of te veel gebaseerd op los zand om concreet te krijgen in een schrijfproduct. Met het gebruik van AI duw je dat idee toch door. AI maalt namelijk niet om waarheid of waarde. Het genereert tekst.
Wanneer we denken aan schrijfonderwijs, denken we aan schrijven. Maar er gaat nog iets aan vooraf: denken. Veel leerlingen hebben de neiging om bij een schrijftaak gelijk te beginnen aan het schrijfproduct. Hierdoor moeten ze twee dingen tegelijkertijd doen: denken en schrijven. Ze zijn bezig met het 'wat' en met het 'hoe'. Je kunt vaak teruglezen wanneer een leerling niet goed heeft nagedacht over de inhoud van zijn of haar schrijfproduct. Ze herhalen zich vaak, de structuur gaat alle kanten op, en ze vertellen veel over hun denkproces: "I have thought about this a lot and questioned this proposition, so finally I decided...". Het is in de brainstorm waar je leert je gedachten te ontwikkelen, te verwoorden, en te structureren. Een brainstorm op papier is een vorm van cognitieve uitbesteding, maar het blijven jouw gedachten, jouw ideeën. Alles wat AI (deels) overneemt is ook een vorm van cognitieve uitbesteding, maar een vorm die leidt tot cognitieve luiheid: je leert minder zelf te denken en in je eigen kracht te geloven.
Waar zou je AI dan voor gebruiken in het schrijfproces? Deze vraag gaat uit van een verkeerde veronderstelling, namelijk dat je AI moet gebruiken. Maar een talendocent denkt vanuit taal en niet vanuit een AI model. Zij stellen de vraag "waarom zou je AI gebruiken?" Het gaat uiteindelijk om het doel van schrijven. Gaan je lessen over Digitale Geletterdheid, over het onderzoeken van de grenzen en mogelijkheden van AI? Dan kan je zeker AI gebruiken in je schrijflessen. Gaat het om het leren schrijven, je eigen gedachten op (digitaal) papier zetten, dan heeft AI een zeer klein tot geen aandeel. Het gebruik van AI wordt dan een "nee, mits..." in plaats van een "ja, tenzij..."
Een "nee, mits,..." kijkt kritisch naar elk onderdeel van het schrijfproces en dwingt de leraar kritisch vragen te stellen over het implementeren van AI. Welk onderdeel in het leerproces beoog je te versterken? Is hier onderzoek naar gedaan? Wat waren de resultaten? Wat zijn de risico's en hoe kan je die risico's beperken?
Een "ja, tenzij..." heeft AI tot doel gemaakt. Het schrijfproces is daar ondergeschikt aan. Dat wil niet zeggen dat niet je kritisch naar AI gebruik kijkt, maar je beredeneert vanuit de wil om AI te gebruiken. Echter, er is nog te weinig onderzoek dat ondersteunt dat het gebruik van AI in het leerproces retentie versterkt. Integendeel, gebruik van AI voor essays zorgt voor een lagere hersenactiviteit zoals aangetoond een recent gepubliceerd onderzoek. In een "ja, tenzij..." ga je dan naarstig op zoek naar manieren om het wel te laten werken, terwijl een "nee, mits..." vooral kijkt het doel: leren onafhankelijk te schrijven.

AI als vast onderdeel zien in het schrijfproces is een politiek-maatschappelijke keuze. Je ziet een toekomst waarin mensen afhankelijk zullen worden van AI en vindt dat geen probleem. Het is juist positief. Het verbetert producten en brengt de algehele mensheid verder.
Ik zie daarentegen een toekomst waarin zelfstandig denken en je gedachten zelf onder worden kunnen brengen cruciaal worden in een wereld waar innovaties onder grote druk en leugens worden verkocht. Waar grote bedrijven het publieke debat willen beïnvloeden via hun producten, iets wat al incidenteel is gebeurd. .
Ik zie de rol van een talendocent als iemand die leerlingen mentaal weerbaar moet maken tegen deze invloeden. Taalonderwijs is ook denkonderwijs. Daar hoort Digitale Geletterdheid bij: het begrijpen van AI systemen en de output. Maar we moeten oppassen dat we het zelfstandig denken niet op het offerblok leggen omdat 'leerlingen moeten leren omgaan met AI.'
Brainstormen uitbesteden aan AI is denken uitbesteden aan AI. En Generatieve AI is niet anders dan het grijze (soms gelogen) gemiddelde van een dataset. Het onderwijs moet leerlingen leren denken, zelfstandig. En ja, denken is moeilijk, het onder woorden brengen van je gedachten is een worsteling, maar dat uitbesteden aan AI is opgeven zelf te denken: 'Ik weet het niet, weet jij het?'
Als leerlingen op school niet leren dat begrijpen tijd kost, dat een blokkade doorzettingsvermogen vereist, dat schrijven een langdurig proces is waarin je denken een tijdje moet laten sudderen, dat woordkeuze er toe doet, dat je structuur invloed heeft op jouw boodschap, dat het niet erg is als je vijf minuten naar een muur zit te staren om er achter te komen wat je daadwerkelijk vindt, waar leren ze dat dan wel?